Skip to content

Examenreglement IACA

Examenreglement

Examenreglement

 

1: Begrippen

 

Dit examenreglement verstaat onder de volgende begrippen:

 

Bevoegd gezag

 

Het bestuur van International Anti Crime Academy.

 

Examencommissie

 


De commissie die is belast met de uitvoering van de krachtens dit reglement te organiseren examens.

 

 

Identiteitsbewijs

 

Een geldig paspoort, rijbewijs of identiteitskaart.

 

De geldigheidsduur van een identiteitsbewijs mag op de examendatum niet zijn verlopen.

 

Schriftelijk

 

Onder schriftelijk wordt verstaan verzending per brief, drukwerk of elektronisch berichten.

 

  1. Examencommissie

 

Artikel 2.1

 

Het bevoegd gezag stelt het examenreglement vast.

 

Artikel 2.2

 

Het bevoegd gezag stelt een Examencommissie in. De leden van deze commissie mogen niet tevens lid zijn van het bevoegd gezag.

 

Artikel 2.3

 

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bevoegd gezag na horen van de Examencommissie.

 

Artikel 2.4

 

De leden van de Examencommissie onthouden zich van alles wat kan leiden tot voortijdige kennisname en publicatie van de examenopgaven. Zij houden strikte geheimhouding in acht. Hiertoe tekenen zij een geheimhoudingsverklaring.

 

Artikel 2.5

 

Het bevoegd gezag stelt een College van Beroep in.

 

  1. Vaststelling examenprogramma en examen

 

Artikel 3.1

 

Het examenprogramma wordt door de Examencommissie vastgesteld en, na goedkeuring door het bevoegd gezag, gepubliceerd. In het examenprogramma dienen ten minste de volgende onderwerpen te zijn vastgelegd:

 

  1. periode waar het examenprogramma betrekking op heeft
  2. exameneisen
  3. examenonderdelen 
    • naam examenonderdeel
    • toetsvorm
    • cesuur
    • afnamewijze
    • aantal items
    • tijdsduur
    • toegestane hulpmiddelen
  4. beoordelingsschaal
  5. toelatingseisen
  6. vrijstellingen
  7. examenlocatie
  8. geldigheidsduur behaalde resultaten
  9. herexamenmogelijkheden
  10. uit te reiken waardepapieren en geldigheidsduur

 

Artikel 3.2

De examens worden door de Examencommissie vastgesteld.

 

  1. Voorbereiden examenafname

 

Artikel 4.1

 

De kandidaat wordt aangemeld voor een examen indien hij voldoet aan de in het examenprogramma gestelde eisen en de algemene voorwaarden.

 

Artikel 4.2

 

Een kandidaat met een beperking die het functioneren in de beroepspraktijk niet wezenlijk belemmert, kan bij de Examencommissie een verzoek indienen voor een aangepast examen. Indien een verzoek wordt toegewezen bewaakt de Examencommissie dat de aanpassing het doel en niveau van het examen niet aantast.

 

  1. Examenafname

 

Artikel 5.1

 

De kandidaat die bedrog of enige onregelmatigheid pleegt voor, tijdens of na het examen, kan door het bevoegd bestuur van deelname aan het examen worden uitgesloten.

 

Wanneer fraude wordt geconstateerd na het afleggen van het examen, kunnen behaalde resultaten, certificaten, diploma’s en verklaringen ongeldig worden verklaard.

 

De examinator doet verslag aan het bevoegd bestuur van bedrog of onregelmatigheden.

 

Artikel 5.2

 

De kandidaat moet zich voorafgaande aan en tijdens het examen kunnen identificeren met een geldig identiteitsbewijs. Bij fraude met een identiteitsbewijs wordt altijd aangifte gedaan bij de politie.

 

Artikel 5.3

 

Het bevoegd bestuur kan op de examendatum besluiten, vanwege onvoorziene omstandigheden, het aanvangstijdstip van het examen te verschuiven en/of de toetsvorm en/of afnamewijze aan te passen teneinde het examen op de examendatum toch af te kunnen nemen. Bij de besluitvorming zal het bevoegd gezag de belangen van de kandidaten zwaar laten wegen en toetsen of de wijzigingen redelijk en billijk zijn.

 

  1. Vaststelling van de uitslag

 

Artikel 6.1

 

Het bevoegd bestuur stelt de uitslag van het examen vast, deelt schriftelijk de uitslag mee en reikt het diploma of certificaat uit.

 

In geval het bevoegd bestuur nadien tot de overtuiging komt dat er sprake is van fraude dan kan het bevoegd bestuur met inachtneming van de beginselen van rechtsgelijkheid en proportionaliteit, de uitslagen en/of certificaten en/of diploma’s van het examen(-onderdeel) waarop de fraude betrekking heeft, ongeldig verklaren.

 

Artikel 6.2

 

Het examenwerk is eigendom van de Examencommissie en wordt gedurende 3 maanden, gerekend vanaf de examendatum, bewaard. Indien er een bezwaarschrift is ingediend zal de bewaartermijn van het examenwerk waarop het bezwaar zich richt worden verlengd zolang als dat nodig is.

 

Artikel 6.3

 

De kandidaat kan inzage krijgen in het beoordeelde examenwerk waarvoor hij een onvoldoende resultaat heeft behaald. Hij richt hiertoe binnen 2 weken nadat de uitslag is meegedeeld een schriftelijk verzoek tot inzage aan de Examencommissie. De Examencommissie bepaalt binnen 6 weken na bekendmaking van de uitslag plaats, datum en tijd waarop inzage kan plaatsvinden.

 

Artikel 6.4

 

De kandidaat kan bezwaar aantekenen tegen de wijze waarop een examen is afgenomen, tegen de inhoud van een examen of tegen de beoordeling en uitslag. Hij dient hiertoe binnen 4 weken nadat de uitslag is meegedeeld een gemotiveerd bezwaarschrift in bij de Examencommissie. Een bezwaarschrift wordt alleen in behandeling genomen indien sprake is van een onvoldoende resultaat. De Examencommissie deelt binnen 6 weken na ontvangst van het bezwaarschrift haar besluit mee aan de kandidaat.

 

Artikel 6.5

 

De kandidaat die het niet eens is met het besluit van de Examencommissie op het bezwaarschrift, kan hiertegen beroep aantekenen bij het College van Beroep. De beslissing van dit college is verbindend.

 

Artikel 6.6

 

Een kandidaat die een diploma of certificaat heeft behaald staat geregistreerd in het Abituriëntenregister. Dit register kan worden gebruikt voor verificatiedoeleinden.

 

De volgende kandidaatgegevens worden geregistreerd:

 

  • Voornamen
  • Geboortenaam
  • Geboortedatum
  • Geboorteplaats